Dat is mijn medicijn. Rijden. Weer of geen weer, de motor aantrappen, het vertrouwde geluid horen van de twee cylinders, de power als je langzaam de koppeling loslaat en het gas opendraait. De vertrouwde klikken van de versnelling, de wind in je gezicht. Mijn bitch achterop, haar handen voelen vertrouwd aan. De stoplichten onderweg naar de snelweg, alle bochten, afslagen, bomen, paaltjes. Alles al gezien. Dan de snelweg op. In de 5e versnelling links op de rechterbaan. Snelheid 100 – 110 km per uur. Bekende afslagen, wegen die al vaak bereden zijn flitsen me voorbij. Mooie vergezichten, koeien, molens, in de verte een stad. Na een uur of twee wordt het minder bekend. De grens met België is overgestoken in de buurt van Tilburg en allerlei bekende en minder bekende plaatsnamen staan op de borden langs de weg. Natuurlijk volgen we de borden naar plaatsen waar we nog nooit geweest zijn. Daar zijn straten die we nog niet gezien hebben, mensen die we nog niet kennen. Dan richting Brussel. Daar vind ik de N8, bekend als “de dodenweg”. 150 kilometer weg door allerlei dorpjes. Asfalt, afgewisseld door steenwegen en kinderhoofdjes, onoverzichtelijke bochten en onverwachte kruisingen. Plaatsnamen als Bissegem, Geluveld, Nazareth, Ieper, Avelgem en Zwevelgem( het gevaarlijkste stuk) komen we tegen. Om uiteindelijk terecht te komen aan de Belgische kust. 349 km staat er op de teller. Mijn kop is leeg, we zoeken een “zimmer frei mit fruhstuck” (’t is net zandvoort) gooi mijn spullen op bed. “Je ziet er beter uit Zwerver”, zegt mijn bitch. “Kop weer leeg?” Ik zie er beter uit. Na bijna 350 km rijden? Dat moet dan slechter zijn geweest toen we vertrokken. Pfff, dapper meissie. Dat ze daar tegenaan keek. We pakken nog een biertje bij de kroeg aan de overkant. Morgen weer verder. Naar huis? Of door? Eerst maar slapen, morgen zien we weer verder.
Vergeten duisternis
De wereld ziet er gebroken uit.
Snelweg verlicht
door duisternis van techniek.
De mens boven alles,
snel zichzelf vergetend
door het nieuwe digitale leven.
Ik kijk vanaf mijn zadel
voldaan terug op wat was.
De weg voor me is gekend.
Ik voel je achterop en ben tevreden.
Gelaarsde voeten op steps,
benen gespreid.
Mijn gedachten bedenken naakte nimfen,
dansend in een vuur
als ode aan mijn leven.
Samen rijden we de duisternis in.
Rijden, om te rijden om te vergeten