Ben je bang voor het eind? Ben je bang dat er niets zal zijn? Dat het donker en leeg zal zijn en niemand op je wacht?
Voel je nu al de pijn denk je aan eenzaamheid Wil je niet naar voorbij en wat daarna zal zijn
Kon ik met je meegaan op je reis naar dat andere land Maar ik kan daar nog niet heen Het laatste stuk ga je alleen
Wees niet bang voor die stap Dat alles straks weg zal zijn Ik weet dat er licht is, geen pijn Dat liefde op je wacht
Ik hou je vast Hou je stevig vast Mijn liefde om je heen en laat je dan los voor dat laatste stuk alleen -/- Voor mijn jongste zoon Alexander, die kanker niet gaat overleven. 32 jaar. Ik ben alleen nog maar stuk 17-2-2020
Zo las ik een stukkie op de facebook pagina van Henk ‘Doggy’ Femer, President van Bikers For Animals (BFA). Hij liep buiten, zijn hond stond in het gras te snuffelen. Er kwam een vrouw met een klein jochie op een fietsje hem tegemoet. De hond had beiden niet eens in de gaten maar toch hield de moeder het jochie vast. En vertelde dat het ventje die hond “eng” vond. En dat zij eigenlijk Doggy ook “eng” vond. Doggy loopt altijd in zijn biker kleding. En die combo, een man met een grote hond was genoeg voor die dame om hen dus eng te vinden. Vooroordeel? Het gaat nog verder. Want als je zoiets op Facebook zet, gaan mensen reageren. Niks mis mee. Ieder heeft een mening en we leven in een democratisch land waar je voor je mening mag uitkomen. Facebook is een prima medium daarvoor… toch?
Er reageerde een dame (Hetty) naar Doggy met de volgende reactie: ’Je hebt toch echt geen enge uitstraling hoor. Van een kleerkast met een kale kop heb ik geen fijn gevoel bij. Maar zo’n figuur ben jij niet. Nooit gemerkt. Zoals jij met de hondjes om gaat doet een enge man niet. Die laten ze vechten.’Nu is de wereld niet geschapen om Hetty een ‘fijn gevoel’ te geven. Maar als ‘kleerkast met een kale kop’ voelde ik me aangesproken. En ik reageerde dan ook op haar opmerking met deze foto en met:‘Hetty, deze kleerkast met kale kop wenst je een fijne dag. Zijn kleindochter krijgt een veilig en fijn gevoel bij opa, die ook nog lid van een motorclub is…’Prompt volgde een antwoord van Hetty:‘U mist die criminele uitstraling wat ik bedoel. Niet bedreigend. Sorry, ik bedoel echt die gasten die zich dreigend en asociaal opstellen. Die vechthonden trainen en liquidaties uitvoeren. Sorry, niet voor u’
Een pak van mijn hart. Ik mis volgens Hetty de ‘criminele uitstraling’.
Kaal, motor en pitbull! Crimineel dus!
Ik wou dat de politie dat ook zei elke keer als ze me aanhouden omdat ik mijn clubvessie draag. Ik heb speciaal voor Hetty een ‘criminele foto’ gemaakt van mezelf.
Zelfde man, geleende hond, boze blik. En Hetty vervolgt:’ De media geeft dit beeld van die clubs. Dat weet iedereen. Persoonlijk ken ik daar niemand van.’ Ze bevestigd dus nog even gauw dat ze niemand kent die bij een club zit. Veeg je straatje schoon voordat iemand denkt dat het vuil zou kunnen zijn. Ik heb een pokkehekel aan vooroordelen! Doggy eng? Omdat hij daar met zijn hond Kenzo loopt?
Van Hetty leer ik nog wel een paar dingen zo even snel. Ze woont in een klein wereldje, een seniorenwoning. Ze komt niet ver en haar mening wordt gevormd door…. De media! Ze vertelt:’ Ja, goeie dingen hoor je nooit. Ach ik geloof het best aan wat ik van jullie hoor nu. Ik ben nu wel een andere mening toegedaan, dat er ook goede Surrenders zijn. Maar dat laten ze niet zien en horen. Alleen de narigheid. Ik ben hier niet schuldig aan . Helaas kweekt de media de angst. Voor meerdere dingen dus wordt je als oudere steeds voorzichtiger. Het is niet anders. In een senioren flat maak je dat ook niet mee om je heen. Alleen wat er op tv komt.’ Deze dame ziet het in het nieuws. Daar komen de vooroordelen vandaan. Alleen negatief nieuws. Dan moeten ze het positieve nieuws ook vermelden. Dan verandert dat wel. Ik zal er nu anders over gaan denken. Bij deze nogmaals sorry.’
Het geheel is een duidelijk voorbeeld over hoe we als maatschappij gepiepeld worden. Hetty is weinig te verwijten.
Zo wordt je elke dag gehersenspoeld.
Maar ze is ineens een helder zichtbaar voorbeeld van wat de media uithalen met de gedachten van miljoenen mensen. Mensen die niet veel buiten komen, een kleine sociale cirkel hebben en een vast ritme hebben van wakker worden, eten, boodschappen doen, praatje met de buren en ’s-avonds eten, journaal kijken en naar bed. Elke dag hetzelfde vertrouwde ritme. En daar maakt de propaganda ge(mis)bruik van door in dit geval over bikers alleen negatieve zooi naar buiten te brengen. De biker is het mikpunt. De vrije jongen op een motor was vroeger de held van de straat. Nu is hij, dank zij de anti propaganda, iemand waar je voor moet uitkijken. Omdat hij kaal is en met zijn leren jas en –vest op een motor rijdt. Fuck de copy and paste journalistiek! Ga weer eens onderzoeken waar je over schrijft of praat. Vorm je eigen mening en kopieer niet, NOOIT die van een ander.
Ik geloof dat wanneer je volhoud in je strijd en nooit opgeeft, je niet alleen mentaal niet tegen te houden bent maar dat je, als de tijd daar is, je volkomen bewust zult zijn van het moment van je doorbraak.
Ik geloof dat we allen strijders zijn op een slagveld vol mensen en zaken die je bewust of onbewust proberen af te leiden van de overwinning. De overwinning waarvoor je uiteindelijk geboren bent.
Tijdens de strijd moet je ziel overleven door keus, niet door kans.
Ik ben er van overtuigd dat niemand bang voor angst moet zijn. Dat we juist het overwinnen van angst moeten gebruiken om onszelf te motiveren.
We moeten ons onderscheiden door motivatie. En manipulatie door onze omgeving herkennen en nooit accepteren.
Ik vind dat we geen medelijden moeten hebben en dat we ons nooit moeten laten leiden door wat anderen van ons denken.
Want zelfvertrouwen en geloof in jezelf zal je uiteindelijk een mens maken die zijn terechte plaats onwankelbaar in de schepping zal innemen.
Komt het nu door het kloteweer gisteren en vandaag dat ik ga zitten denken? Of zat dit er al aan te komen?
Vrienden! Ik ben geboren in 1954. In 1969 stapte ik voor het eerst op twee wielen. Ik ontdekte dat de wereld om me heen van die plek af mooi, groot en vol nieuwe dingen was. Ben altijd een grote vent geweest. Heb veel gezien, geleerd, gereisd en mooie avonturen beleefd. Ben niet bang voor de duivel en z’n ouwe moer. Gisteren de littekens eens geteld, de landkaart van mijn leven. 23 zijn het er, allen met een verhaal. De 23e kreeg ik in Juni 2013. Op een jubileum feest van mijn eigen club/vereniging. Van een lafbek die me van achteren besprong, en met zijn vuist vol stoere ringen me een zware verwonding aan mijn achterhoofd bezorgde. Het was een flinke klap, uit het niets. Er was niets voorgevallen, nooit enige onenigheid gehad met die man.Tot op de dag van vandaag heb ik niet begrepen waarom hij dat heeft gedaan. Maar fuck him, hij zal zijn opdracht om stoer te zijn wel gehad hebben. Moest zich zeker bewijzen tegenover zijn groepje. Laten zien dat hij wel iemand van achter op zijn kop durfde te slaan. Ik ben naar het ziekenhuis gereden, heb de boel laten hechten. Geen Intensive Care, geen bizarre verhalen. Gewoon hechtingen en weer naar huis een paar uur later. Later kreeg iedereen excuses. het bestuur van de club waar het gebeurd was, de leden van een toevallig aanwezige MC die er niets mee te maken hadden, iedereen kreeg excuses. Behalve ik. Fuck it!
Brothers! Maar… vrienden. Waar waren al die guppen die me steeds als Bro begroetten? Die hadden, als ze brothers waren geweest, samen met mij verhaal moeten gaan halen over zo’n laffe lul die een groepslid in de rug aanviel. Die vent had nooit rechtop staand het terrein mogen verlaten. Maar mijn “bro’s?” Pffff nergens te zien! Ik stond mooi alleen. De betekenis van het woord Bro is heel wat serieuzer dan ook op een motor rijden en een leren jassie dragen. Een paar uur later ben ik dus, samen met mijn Mossie, bebloed en mijn kop vol hechtingen, terug gegaan. Om mijn motor te halen die daar nog stond en rijdend op mijn motor van het terrein af te gaan. We waren tenslotte op die motor gekomen ook.
Ik heb in mijn leven kennis gemaakt met de “Bro roepers”. Mensen die je zomaar ineens Bro gaan noemen, te pas en te onpas. Ze rijden op een motor, dragen een leren jassie. Ze hebben soms zelfs een heuse tattoo op hun rug. En dan zijn ze ineens je “Bro”. Rot lekker op. Rijden op een motor, in het weekend je ringen-zonder-verhaal om je vingers doen en hetzelfde soort jassie dragen als ik of ook op een motor rijden maakt je geen brother!
Bro. Afkorting voor Brother. Vertaling: “broer”. Nu maakt het hebben van hetzelfde bloed je een broer maar vriendschap en respect maakt je een brother. Zo heb ik geleefd, zo heb ik het uitgedragen. En dan bedoel ik niet een keertje respect. Nee, respect dat je verdiend hebt door elkaar een lange tijd te kennen, er letterlijk te zijn voor je Brother. Desnoods de gevangenis in gaan voor hem, altijd zijn kant kiezen omdat je weet dat hij dat ook voor jou doet.
Ik reed een paar jaar met een groep van pakweg 170 motorrijders. In die dagen werd ik op een internet pagina als lid van die groep door een gek volkomen onderuit gehaald. Juist om wat ik deed voor die groep. Als reactie werd door de groep mijn bijnaam “Zwerver” veranderd. Een Amerikaan had me ooit Hobo genoemd omdat hij te respectloos was om te begrijpen dat mijn bijnaam al een leven bij me was en hij het verdomde om mijn Nederlandse naam te respecteren. Dus werd mijn naam “aangepast” in HOBO. Want Zwerver kon door dat geschrijf van die idioot schadelijk zijn voor de naam van de groep. Maar…..
Godverdegodever! Schadelijk voor de groep?
De groep had schadelijk voor de schrijver horen te zijn! Waar waren mijn 170 Bro roepende “Brothers”? Hadden die niet collectief horen op te komen voor mij? Waar was de “vriendschap”? Waarom ging niet ieder lid op zoek naar de dader? Bro? Waarom spraken leden van de groep mij aan op de inhoud van de pagina en zocht niemand de schrijver. Het antwoord kwam, hoe wrang ook, van de schrijver. Die noemde ze leernichten, motorrijdende mietjes, watjes, slapjanussen. Zelfs hij had wel enige reactie verwacht. maar niets. Stilte en geroddel. Ik ben uiteindelijk weggegaan bij die groep bro roepers. De vuist die ik maakte voor ze werd een hand die me een klap in mijn gezicht gaf. “t was fijn, bedankt, tot ziens”
Buitenlui! Waarmee ik maar wil zeggen dat ik weinig echte BRO’s heb. En dat mijn naam Rob is. Of Zwerver, zo je wilt. Ik heb maar een paar mensen die ik Bro noem. Waaronder mijn vrouw. (Ik noem haar gewoon bij haar naam, staat wat raar om een vrouw bro te noemen) Ze staat onvoorwaardelijk klaar voor me. Gewapend of ongewapend. (gewapend is ze dodelijker dan een cobra) Al 19 jaar. De andere bro’s (Mike, Mish, Roomie…) delen mijn gedachten en leven hèt leven en zijn er al een aardige tijd. Inmiddels rijd ik alweer een aantal jaren bij een Motorclub. Met veel plezier geniet ik van de dagen waarop we samen rijden, lachen lol maken en het leven leven, samen met de mensen die dat ook doen.
Vrienden heb ik best veel. Leuke mensen waar we veel plezier mee hebben. Ze zijn vriendelijk, komen bij me thuis, eten en zuipen als er geld is en we hebben er vaak verschrikkelijk veel lol mee. Ze komen en gaan. Van sommigen hoop ik dat ze lang blijven omdat ze gewoon oké zijn. Er zijn er een paar die titels en macht belangrijker vinden dan vriendschap. Daar heb ik geen probleem mee. Ik herken ze en zal ze niet verder toelaten in mijn omgeving. Ik zie ze komen en gaan.
En het leven? Dat blijft me om de oren timmeren met van alles. Mooi! Prachtig. Van problemen leer je hoe je ze moet oplossen. Een probleemloos leven lijkt me fucking saai. Ik zal mijn leven nooit veranderen of aanpassen voor de Bro roepers, de haantjes, de patch jagers en de buitenlui. Ik ken geen overgave. Leven leerde me door te gaan tot aan de laatste seconde. Gaat het niet? Andere weg nemen. Er is altijd een weg voor een biker.
Write me! Je reactie word gewaardeerd!
Ik kwam waar ik niet moest zijn,
zag wat ik niet wilde zien.
Deed wat ik nooit zou doen,
was wie ik niet wilde zijn.
Iets probeerde me tegen te houden,
een stemmetje stuurde me voort.
Ik voelde me elke dag geweldig.
Wist dat het niet zo hoort.
Bizar, dat vallen voelt als vliegen
voor een kort moment.
Dat zweven duurt maar even
tot je bent geland.
Ik was moe van vriendelijk zijn,
sprak van vrijheid, oud excuus.
Stopte met doen wat ik dacht dat moest,
keerde terug naar mezelf.
Wilde nooit iemand pijn doen.
Alles moest op mijn manier.
Dit was dus hoe ik moest betalen,
voor het hebben van teveel plezier.
Toch voelt vallen als vliegen,
voor een kort moment.
Echt, zweven duurt maar even,
tot je bent geland.
Je ziet het komen als het weg is,
als je de reden kent.
Zelfs als je wist dat het verkeerd was,
juist voor dat moment.
Toch wil je steeds weer vliegen.
Ook al weet je dat je vallen gaat.
Elke keer wil je weer zweven.
Als je net weer op je benen staat.