Toen het duivels stekend giftig zaad dat jij zaaide met woorden, wortel schoot in mijn leven, werd het gevoed door gelig druipend vocht dat uit je mondhoeken droop als je sprak over jezelf.
In de valse vale schemer van een duivelse ego stond jij centraal. In leven was alleen plaats voor jou Dus moest ik jou worden. En werd ik jou.
Tot Varuna het onrecht zag. Mij het echte licht schonk van een krijger, een overwinnaar. Nu leef ik in licht en kleur, zijn jouw stekelige zaden slechts een herinnering , die niet meer kiemt, woekert en steekt.
De krijger overwon de duistere herinnering aan jou. Dus leef verder in de as van de schemerige wereld die je van jezelf hebt gemaakt. Terwijl ik geniet van liefde en mijn onoverwinnelijke krijger.
Ben je bang voor het eind? Ben je bang dat er niets zal zijn? Dat het donker en leeg zal zijn en niemand op je wacht?
Voel je nu al de pijn denk je aan eenzaamheid Wil je niet naar voorbij en wat daarna zal zijn
Kon ik met je meegaan op je reis naar dat andere land Maar ik kan daar nog niet heen Het laatste stuk ga je alleen
Wees niet bang voor die stap Dat alles straks weg zal zijn Ik weet dat er licht is, geen pijn Dat liefde op je wacht
Ik hou je vast Hou je stevig vast Mijn liefde om je heen en laat je dan los voor dat laatste stuk alleen -/- Voor mijn jongste zoon Alexander, die kanker niet gaat overleven. 32 jaar. Ik ben alleen nog maar stuk 17-2-2020
Is dit ‘m dan?
De wereld die jij beloofde
toen ik geboren moest.
Zelfs je eigen gedrochten
waarschuwden!
Maar jij zei:”zoon
het is oke, ga maar!
Ik zorg voor je,
regel alles
tot je terugkomt.”
Ik had moeten weten
dat die horens op je kop
het scherp van loze beloftes waren.
Dat die vuurbal
waar ik ingetrapt werd
een miskraam bleek.
Is dit ‘m dan, leugenaar?
Pas op, ik ben op weg
naar terug.
Dan verslind ik je,
neem mijn troon terug.
Duivel!
Jouw wereld is vol
van mijn vuur.
Eeuwig stil
zal jouw beloning zijn
voor mijn leven.
Als ik rijd op mijn motor,
en ik kijk in de spiegel
zie ik satans tronie.
Hoor duivels gegiechel.
Ik kijk hem dan aan,
zeg:”jij bent niet zo stoer,
als ik kom schop ik je naar je ouwe moer”
Ik heb de duivel mijn ziel verkocht.
Zodat mijn leven lang,
de man in de spiegel ouder wordt.
Maar ik blijf altijd jong
Daar zit hij,
op mijn gashendel, te wachten tot ik slip.
Zodat hij de schuld kan kasseren,
mijn botten kan vermalen.
God rijd op een Harley, dat kan best.
Maar waar ik ook op rijdt, de duivel rijd met me mee.
Altijd daar, voor het geval ik een bocht mis of te laat rem.
Hij verlaat me nooit, hij wil mijn ziel.
Dus als ik sterf en je me zakken laat
geef me dan een kroon van prikkeldraad.
Leg een ooglap over mijn linkeroog,
een motorketting als das.
Dan, als ik satan eindelijk tegenkom,
weet hij dat ik zijn plaats kom innemen.
En kinderen veilig zullen zijn.