Aan het eind van de weg
scheiden onze paden.
We zeggen ons afscheid
en lachen en bedanken
de weg onder onze voeten
omdat hij zo mooi was.
We danken de weg voor ons
die er zo uitnodigend uitziet.
Dat hij ons samen liet reizen.
Soms hand in hand.
Ook al scheidden onze wegen
lang geleden al.
En lieten ze ons vergeten
hoe vaak we elkaar zeiden
dat aan het eind van de weg
onze paden zouden scheiden.
Dan dwaalt mijn ik.
Als het paardebloempluisje
dat zich achteloos
aan lucht vasthaakt.
Maar dat je met een zucht
weer wegblaast.
Dwarrelend naar mijn aard,
die er een bloem van maakt.
Ongestuurd zwerft mijn geest
langs stuivend stof
in zonnestralen.
Drenkt mijn hart
in dichtend woord,
van strofen en verhalen.
Tot mijn pen lief en smart
uit mijn ik komt halen.
Diep dringt mijn geest
in jouw ziel door.
Vind woorden en gebaren.
Maakt jouw mens
met woorden dicht.
Laat letters jou bewaren.
Je leven lang, als jij dat wilt
zal ik je geest bedaren.
Ik zal niet steeds de schouder,
maar eens de traan ook zijn.
Moet van ’t zwerven rusten
in stilte met wat rode wijn.
Leg mijn zwerversgeest dan neer.
Zo vind het pluizig zaadje
zijn laatste rustplaats in de grond
waarop hij ’t leven kuste.
Ben je bang voor het eind? Ben je bang dat er niets zal zijn? Dat het donker en leeg zal zijn en niemand op je wacht?
Voel je nu al de pijn denk je aan eenzaamheid Wil je niet naar voorbij en wat daarna zal zijn
Kon ik met je meegaan op je reis naar dat andere land Maar ik kan daar nog niet heen Het laatste stuk ga je alleen
Wees niet bang voor die stap Dat alles straks weg zal zijn Ik weet dat er licht is, geen pijn Dat liefde op je wacht
Ik hou je vast Hou je stevig vast Mijn liefde om je heen en laat je dan los voor dat laatste stuk alleen -/- Voor mijn jongste zoon Alexander, die kanker niet gaat overleven. 32 jaar. Ik ben alleen nog maar stuk 17-2-2020