De Pisang
Ze stond steeds naar me te lonken
Nu ligt ze daar, stomdronken
Zacht kreunen klinkt in ‘t rond
Geur van Pisang uit haar mond
Ze was mooi, vrouwelijk, zacht
Was verleidelijk grootgebracht
Haar borsten rond en stevig
De geur van Pisang was hevig
Ik genoot van ‘t vrouwelijk schoon
Ze bewoog gracieus, een geil vertoon
Haar lichaam vol verlangen
De geur van Pisang bleef maar hangen
Naakt kwam ze voor me staan,
bood zichzelf gewillig aan.
Zachte armen om mijn nek
Teveel Pisang maakte haar gek
Stevig hield ze mij vast
Handen voelden op de tast
Haar vingers gleden in mijn broek
Pisang, als een wulps verzoek
Zacht duwde ik haar weg
Bezopen slapend, wat een pech
Haar handen gleden naar beneden
Mijn Pisang allerminst tevreden
Ik vraag me nog voortdurend af
Waarom ze toen haar lichaam gaf
En hoe het anders was gelopen
als ik ook Pisang had gezopen.